De kabeljauw heeft het moeilijk de laatste tijd. Jij en ik eten hem zo graag, maar dat deden ook onze voorouders al. In de jaren 1500 ving men ook al kabeljauw en toen was de vis veel gemakkelijker te vinden dan tegenwoordig. De reden? Overbevissing. Het is niet meer dan dit ene woordje, helaas. Er zwemt door de overvloedige visvangst minder kabeljauw in de oceanen waardoor het vangen nu lastiger is. Hoewel… met de huidige technieken gaat het beter dan vroeger, en laat dit nu net de reden zijn waardoor de vis uitsterft… of stierf, want er komt verandering!
Wat is overbevissing precies?
Overbevissing komt in principe neer op het volgende: er wordt meer vis gevangen dan dat er bijkomt. Door sterftecijfers die boven de geboortecijfers liggen, daalt het aantal organismen van een soort.
Nu zou je je kunnen afvragen hoe dit komt. Als je niet geïnteresseerd bent in de economische oorzaak van dit verhaal kan je verder lezen bij de volgende tussentitel. Als je wel geïnteresseert bent: fijn, je deelt mijn passie voor economie en je zal de wereld om je heen beter begrijpen!
Het fenomeen dat ik hieronder beschrijf noemt men ‘tragedy of the commons’, in het Nederlands: de tragedie van de goederen die toegankelijk zijn voor iedereen. Wat is dit nu precies?
Het grootste probleem is dat vissers enkel hun eigen kosten in rekening brengen en niet verder vooruit kijken. Een visser krijgt bijvoorbeeld tien euro per kilo vis. Zijn kosten voor het vangen van die ene kilo vis zijn vijf euro. Dit wil zeggen dat de visser vijf euro winst maakt per kilo vis.
De oceaan is toegankelijk voor zo goed als iedereen. De vissen die er in zwemmen hebben geen kenmerk om aan te duiden dat ze voor visser A of B zijn en dus kunnen ze door iedereen gevangen worden. Als onze visser de vis niet vangt, zal de concurrentie die vis wel vangen en verkopen. De visser wil dus liever de vis vangen dan hem laten zwemmen… Aangezien de visser zijn eigen winsten op korte termijn maximaliseert door zoveel mogelijk vis te vangen, zal hij dit ook doen. Onze visser is echter niet alleen… er zijn er honderden, zo niet vele duizenden die dezelfde redenering volgen. Dit zorgt ervoor dat er heel veel vis gevangen wordt, meer dan goed is voor de populatie.
Het gevolg is dat de volgende generaties, of zelfs de huidige generatie vissers over enkele jaren, veel minder of zelfs geen vis meer kunnen vangen. De kabeljauw is een perfect voorbeeld hiervan… Toch zijn er oplossingen, al zijn ze niet erg populair bij de vissers.
Wat kunnen we doen aan overbevissing?
Er zijn enkele mogelijkheden om overbevissing te stoppen:
- Zeer drastisch maar wel werkend, is om de visvangst te verbieden van enkele soorten zoals de kabeljauw die met uitsterven bedreigd zijn. Als de aantallen van deze vissen dan weer hoog genoeg zijn zodat ze niet meer bedreigd zijn, kunnen ze weer gevangen worden. Dit is echter heel vervelend want het zou ons zonder kabeljauw zetten voor een hele tijd…
- Ten tweede zou men de bedreigde vissoorten kunnen kweken om zo de gekweekte vis te verkopen en de vis in de oceanen met rust te laten. Dit wordt stilaan ook uitgevoerd, maar het is een trage overgang en er zijn nu grote investeringen nodig om dit in de praktijk uit te voeren. De hoeveelheid vis die gevangen wordt, is namelijk zo groot dat er enorm veel kweekvijvers nodig zouden zijn.
- Wat ook kan is dat de overheid licenties geeft om een bepaalde hoeveelheid kabeljauw aan elke visser toe te wijzen. De som van al deze toegestane hoeveelheden te vangen kabeljauw mag niet meer zijn dan de natuur op dezelfde tijd kan voortbrengen. Dit zorgt er voor dat er steeds meer vis blijft dan er gevangen wordt.
- Tot slot zou de overheid ook eigendomsrechten kunnen toewijzen aan de vissers. De reden waarom dit ook werkt, is omdat de vissers dan rekening houden met de gevolgen op lange termijn. Ze letten erop om nu niet te veel vis te vangen omdat de hoeveelheid vis dan in de toekomst lager zal zijn. Ze houden hun winsten op langere termijn in het oog en niet enkel die op korte termijn.
En probleem met de meeste bovenstaande puntjes is controle. De overheid kan zeer moeilijk controleren of er geen vissers de wetgeving overtreden aangezien de hele kustlijn of alle aanlegplaatsen dag en nacht controleren onmogelijk is. Het is dus aan de vissers om te zorgen dat wij, maar ook zij, binnen enkele jaren nog steeds kunnen smullen van die heerlijke vissen waaronder de kabeljauw.
Evolutie van het kabeljauwbestand
Hieronder zal ik beschrijven hoe de kabeljauw doorheen de eeuwen van veel voorkomend naar zeldzaam evolueerde. Deze evolutie kwam enkel en alleen door de mens. Zonder de mens zou er allicht nog steeds ongeveer evenveel kabeljauw in de zee rondzwemmen achter hun prooi aan.
Honderden jaren geleden
Kabeljauw wordt al meer dan duizend jaar gevangen in de Atlantische Oceaan. De oude technieken waren zeer eenvoudig. Je pakt een hengel, je doet er een wormpje aan en je gaat vissen… gewoon wachten tot ze bijten. Succes!
Zij die al gevist hebben, weten dat het lang kan duren voor de vis bijt… En dus kan je op deze manier niet erg veel vis vangen. Bijgevolg had dit allemaal geen echte invloed op het aantal kabeljauwen in de zee omdat het zo kleinschalig was. Zelfs als je een hele dag gaat zitten vissen, ga je nog maar een beperkte hoeveelheid kabeljauw vangen. De overbevissing vindt echter wel zijn oorsprong in deze periode: vissers vangen kabeljauw om er aan te verdienen en mensen worden verzot op deze heerlijke vis waardoor er in de toekomst meer van gevangen zal worden. Het produceren van stokvis wordt ook steeds belangrijker voor Noorwegen door de grote vraag uit het buitenland, dus vissers moeten wel kabeljauw vangen om aan de vraag te kunnen voldoen.
De twintigste eeuw
In de twintigste eeuw ging de technologie zeer snel vooruit. Niet alleen kregen we televisies, auto’s, vliegtuigen en zelfs internet met vele leuke websites, ook de visvangst maakte enkele evoluties door.
Om te beginnen werden de schepen steeds beter en groter. In de tweede wereldoorlog werd de sonar uitgevonden, een apparaatje om onderzeeërs mee te detecteren. Heel vaak kon men dit ding niet gebruiken na de wereldoorlogen en dus ging men er wat nieuw mee doen… vissen zoeken! Met een sonar kan je grote scholen vis localiseren. In plaats van lang te moeten zoeken, speur je nu even met je sonar de onderwaterwereld af op zoek naar vis. Eens je bijvoorbeeld een school kabeljauw gevonden hebt, vaar je er heen en haal je het net er doorheen.
Ook de netten werden steeds groter en het gebruik van hengels is sterk gedaald doorheen de jaren. Tegenwoordig worden hengels nog uitsluitend door sportvissers gebruikt. Doordat het tegenwoordig mogelijk is om de vis al op zee in te vriezen, kunnen de vissers meer vis vangen en vers in de havens aanbieden, ook als ze veel verder de zee op gaan om de vis te vangen.
Rond 1990 was de populatie kabeljauw zo sterk gedaald in Canada, dat in 1992 beslist werd om te stoppen met de kabeljauwvangst. Vanaf nu is het verboden om nog kabeljauw uit de zee te halen. Stilaan begint de Canadese populatie kabeljauw zich te herstellen, hoewel ook dit maar beperkt is.
De eenentwintigste eeuw
In het jaar 2000 is het dan zover, het wereldnatuurfonds (WWF) plaatst kabeljauw op de lijst met bedreigde diersoorten. En terecht, er zijn op dit moment al meerdere populaties kabeljauw zo goed als volledig verdwenen. Hoog tijd dus dat er wat aan gedaan wordt!
De meeste visvangst wordt aan banden gelegd. Niet enkel in Canada, maar ook in Europa worden strenge quota vastgelegd. Een quota bepaalt dat men nog maar een beperkte hoeveelheid vis per jaar mag vangen en in sommige gebieden is visvangst zelfs volledig verboden.
Wat ook helpt is een verbetering van de technologie, deze keer in het voordeel van de visjes. De netten worden steeds beter waardoor er minder zogenaamde bijvangst is. Bijvangst is vis die je vangt zonder dat je er naar op zoek gaat. Een voorbeeld is het vangen van kabeljauw als je op zoek bent naar pladijs. Door de netten aan te passen zodat dit niet meer, of toch zeker veel minder gebeurt, worden vissoorten die al bedreigd zijn minder bedreigd. De jonge vissen worden zo ook meer met rust gelaten zodat deze verder kunnen groeien en voortplanten om nieuwe generaties kabeljauw te voorzien.
Dat het beter begint te gaan met de kabeljauwpopulaties wordt stilaan duidelijk. Op het dieptepunt was er nog slechts één procent van de normale populatie kabeljauw te vinden in de Atlantische Oceaan. In 2011 lieten enkele Canadese wetenschappers weten dat de populatie zich begint te herstellen en zich terug op een derde van de oorspronkelijke hoeveelheid bevindt.
Wanneer de quota zullen versoepelen is niet duidelijk, maar allicht is dit pas het geval als de populatie kabeljauw weer rond zijn normale niveau komt. Vanaf dit punt zal er meer gevangen mogen worden en kunnen we weer meer kabeljauw eten, al zal men er dan op toe zien dat er nooit meer kabeljauw gevist wordt dan de natuur kan aanvullen op eenzelfde periode. Zo worden situaties uit de laatste decennia vermeden.
Het is echter niet zo dat alle kabeljauwpopulaties zo snel herstellen. Er zijn ook plaatsen waar er geen herstel merkbaar is doordat andere soorten vis nu zo in de overhand zijn en zij de eitjes van de kabeljauw opeten. Dit maakt herstel zeer lastig. Hopelijk komen ook deze problemen in orde de komende jaren… Alvast een interessant onderwerp om te volgen de komende jaren!